In gesprek met spelers en componist van ‘Wat blijft’
Na afloop van een van hun repetities voor ‘Wat blijft’ ging Ton van Vlijmen in gesprek met de twee spelers, Carin Fijnaut en Henk Fonteijn, en met George Pancras, de componist van de muziek bij de voorstelling.
Hieronder een samenvatting van die gesprekken.
Gesprek met Henk Fonteyn (speler) (foto)
Is dit jouw eerste toneelrol die je speelt ?
“Nou, dominee zijn is ook een vorm van acteren. Je brengt niet alleen het verhaal maar je werkt ook met je stem, met je mimiek, met je hele lichaam. Ook bij Defensie, waar ik jaren heb gewerkt, waren en zijn er nog steeds, veel theatrale rituelen. Militaire defilés en militaire uitvaarten bijvoorbeeld. Daar is alles strak geregisseerd. Er zijn hele draaiboeken voor. Dat is een ‘schouwspel’, daar komen mensen ook echt naar kijken. Ook daar ben ik dus wel geregisseerd.”
Wat spreekt jou het meest aan in de tekst die Greet geschreven heeft?
“De hoop, want de hoop is een van de meest wezenlijke thema’s in dit menselijk bestaan. Het is een van de grote geschenken aan de mens. Hoop hebben en houden en er aan werken. Hoop is een motor.
In iedere zin van de tekst en onze personages zit bijna wel een thema. De illusie van de maakbaarheid van het leven, iets na willen laten aan je kinderen zodat die het goed hebben maar ook het teveel bezig zijn op je eigen vierkante meter en te weinig kijken naar het grotere geheel.”
Wat zou jij door willen geven aan de komende generaties?
“Die hoop vind ik belangrijk om door te geven aan de komende generaties. Mensen zijn eigenlijk ook bomen. Mensen zijn net als bomen verbonden met elkaar. Het besef om je verbonden te weten met alles en allen. Mensen kunnen niet zonder elkaar. Met elkaar op weg naar een beter leven en niet alleen in materialistische zin.
Wij zijn een ‘groene kerk’. Dat is iets van de laatste decennia in de religieuze wereld. Een ontluikend bewustzijn van de verbondenheid met de natuur. Een veranderende bezinning op de schepping. Het beeld van de mens als de ultieme kroon op de laatste dag van de schepping heeft lang bestaan maar wat zegt het dat daar zes andere dagen met de schepping van de wereld, van de natuur en de omgeving aan voorafgegaan zijn. Die zijn even waardevol.”
Gesprek met Carin Fijnaut (speelster) (foto)
Hoe vind je het om toneel, om een rol te spelen?
Ik heb ja gezegd omdat ik zin had om te mee spelen in weer zo’n groot toneelstuk in het dorp met heel veel mensen en muziek. In Wind speelde ik cello maar nu ben ik een speler met tekst. Ook toen ik later hoorde dat het vanwege de ruimte in de locatie, de kerk, een intieme productie zou worden met maar twee personages, dacht ik: ik spring erin! Ben door mijn werk als docent natuurlijk wel gewend om voor een groep te staan. En bij het maken van muziek, niet in m'n eentje maar in een groep, word je ook gehoord en bekeken. Maar... nu met z’n tweetjes en de muzikanten wordt het echt het serieuzere werk.
Acteren is, merk ik, vooral goed naar de ander luisteren. Meer dan met je eigen tekst bezig zijn.
Ik hoop dat ik straks helemaal zó in het verhaal zit, zó in de sfeer van het moment, dat ik dat kan gebruiken bij het vinden van mijn tekst. Ik vind het heel leuk, ook het repeteren. Dat je door het herhalen en de spelsuggesties van Greet nieuwe lagen achter of onder de tekst ontdekt.
Wat heb jij met de thematiek van de voorstelling?
Ik vind de tekst in het licht van de hedendaagse problematiek goed gekozen. Een mens, in dit geval een boer, die worstelt met z’n bedrijf, met zijn toekomst. Een mens, een man in het bos. Een verwarde man in het bos. Kijk eens om je heen, wil je roepen, er is meer aan de hand in de wereld. En dat die mens en het bos dichterbij elkaar komen. Het is eigenlijk geen vrolijk stuk. Het zijn echt moeilijke kwesties waar we toch met elkaar een evenwicht in moeten vinden. Hoe doen we dat? Ik hoop dat wij dat goed uit de verf laten komen. Medeleven tonen met het lot van iemand, dat je begaan bent met wat hem overkomt.
Wat zou jij aan de komende generaties door willen geven vanuit dit stuk?
Wat ik uit het stuk meeneem, is dat de mens hier te gast is. Dat die mens niet alles kan bepalen. Dat het door toedoen van de mens met de natuur niet de goede kant op gaat. Ik heb geen kinderen en ik denk wel eens “Na ons de zondvloed”. Ik hoop dat de wereld niet te veel te lijden heeft van Theo en mij. Je footprint heet dat tegenwoordig. Dat zit er bij ons allebei een beetje in gebakken: tevreden zijn met wat je hebt. Wat mensen allemaal niet willen bezitten en dat ze denken dat ze daar recht op hebben. Kijk eens achterom, denk ik dan. Realiseer je hoe rijk wij zijn als je dat vergelijkt met wat onze ouders bezaten of onze grootouders. Kijk niet naar wat je allemaal niét hebt maar wat je allemaal wél hebt. Dat zou ik wel door willen geven.
Gesprek met George Pancras (componist) (foto)
Waarom vind jij het leuk om deze muziek te maken?
“In de eerste plaats omdat ik altijd enthousiast word van het bedenken van muziek bij theater. Daar ga ik wel op aan. Daarbij is er nu een thema dat me wel aan het hart gaat. Ik kom zelf van een landbouwbedrijf, heb later veel gewerkt bij agrarische bedrijven, zowel in de landbouw als in de veeteelt. Ik heb bovendien een 5 jarige HBO studie Landbouw en Milieu gedaan aan het Van Hall Instituut in Groningen, waar ik al in de jaren ’80 heb ervaren dat er grote problemen op ons af gingen komen. Er is sindsdien veel verbeterd maar helaas ook verslechterd. We hadden met zijn allen te weinig verstand van alle consequenties van het alsmaar opschalen van de landbouw en veeteelt.”
Welke relatie zie jij tussen de muziek en de tekst/het spel
“Meer dan in de vorige theaterstukken in Tricht schrijf ik sfeermuziek, ook waar het de liederen betreft. In vorige stukken vond ik het belangrijk dat mensen lekker konden meezingen, dat de sfeer niet zo zwaar was (ook al waren er ook toen pittige thema’s). Nu heb ik meer behoefte
om in de muziek door te laten klinken dat we met een heel groot dilemma te maken hebben. Een dilemma dat ons overstijgt: Willen we het gewoon nu goed hebben en de ontstane problemen niet zien en zoeken ze het later maar uit? Of gaan we nu een tandje terug zodat de aarde leefbaar blijft en hopelijk onze nakomelingen ook een goed leven kunnen hebben op deze planeet? Bijna niet te bevatten.
Dat moeilijke en ongrijpbare hoop ik in de muziek uit te kunnen drukken. Dat betekent dat ook de muziek af en toe vrij ongrijpbaar kan zijn, geen hapklare brokken, en misschien soms ook even niet mooi…. De muziek zal vaak de sfeer van de tekst bepalen.
Wat kom je daar als componist bij tegen?
“Ik heb gezocht naar klanken die goed gaan werken in de kerk en die soms een onbestemd gevoel kunnen opleveren. Het is een zoektocht naar klanken die best mooi kunnen zijn maar een pittig randje kunnen hebben. Tegelijk moet het wel aanspreken en niet zomaar wat vage muziek zijn, het moet betekenisvol zijn, het moet wel raken. Met regisseur Greet stem ik af of wat ik schrijf in de buurt komt van wat zij wil uitdrukken met de tekst. Maar het kan ook gebeuren dat mijn muziek Greet op nieuwe gedachten brengt. Zo ontwikkelt het stuk zich van meer kanten.”
Wat zou jij zinvol vinden om muzikaal door te geven aan de komende generaties?
“Ik houd er in het algemeen van als muziek soms een tikje anders is dan wat je verwacht, er mag iets geks in gebeuren. Dat houdt ons alert en zorgt er voor dat we open blijven voor het ontvangen en doorgeven van meer mogelijkheden. Zo mag mijn muziek klinken en zo maak ik ook graag muziek met mijn leerlingen in Tricht: verwacht het onverwachte!”